Wanneer maar één oog een goed gezichtsvermogen ontwikkelt

Lui oog (amblyopie)

Een lui oog, oftewel amblyopie, is een oog waarbij de ontwikkeling van het visuele systeem in de vroege kinderjaren is achtergebleven. Het visuele systeem bestaat uit het oog, de oogzenuw en de visuele cortex. Het visuele systeem ontwikkelt zich erg snel tot ongeveer het tiende levensjaar. Iemand ouder dan 10 jaar zal dus nooit een lui oog ontwikkelen.

Doordat het oog in de vroege kinderjaren niet goed is gestimuleerd, ontstaat een slecht gezichtsvermogen in een oog. Als één oog een goed gezichtsvermogen ontwikkelt, terwijl het andere oog dat niet doet, wordt het oog met de slechtere gezichtsscherpte lui.

Meestal komt een lui oog aan één van beide ogen voor. Het kan ook aan beide ogen voorkomen. Gemiddeld heeft twee op de honderd volwassenen last van deze oogaandoening.

Hoe ontstaat een lui oog

Een lui oog ontstaat doordat er twee verschillende beelden binnen komen in de visuele cortex. Dit kan verschillende oorzaken hebben:

  • Scheelzien, waarbij de ogen niet op hetzelfde punt staan gericht
  • Verschil in brilsterkte (anisometropie) of een hoge brilsterkte in beide ogen
  • Oogziekten

Een lui oog treedt meestal op in combinatie met scheelzien (strabismus amblyopie). Het beeld van het afwijkende oog wordt in de hersenen uitgeschakeld om dubbelzien te voorkomen. Op den duur verleert het oog het kijken en zal de oogsterkte achterblijven. Het oog wordt dan lui. Het kind kijkt steeds met het goede oog. Soms is er aan het oog uitwendig niet zichtbaar dat het scheel kijkt. In dit geval is het erg lastig amblyopie op te sporen. Deze vorm van een lui oog komt alleen tot uiting bij een zorgvuldige gezichtsscherpte bepaling.

Een lui oog kan ook optreden wanneer het beeld dat in één oog wordt gevormd onscherp is, ten gevolge van een sterkteafwijking van het oog. Dit onscherpe beeld krijgt in de hersenen minder aandacht en wordt min of meer verdrongen. Op den duur kan hierdoor een lui oog ontstaan.

Er zijn meerdere oogziekten waarbij er een lui oog kan ontstaan. Bijvoorbeeld aangeboren staar, waardoor de lens is vertroebeld. Ook door troebeling in de vulling van het oog of een hangend ooglid kunnen aanleiding zijn van een lui oog. In deze gevallen is het zicht van één oog niet scherp, waardoor een lui oog kan ontstaan.

Bij het ontstaan van een lui oog speelt ook een zekere erfelijke aanleg een rol. Kinderen uit families waarin veel scheelzien, luie ogen of oogsterkteafwijkingen voorkomen, zouden al op jonge leeftijd op het bestaan van een aanleg moeten worden onderzocht.

Klachten bij een lui oog

Soms is het moeilijk te constateren of een kind een lui oog heeft. Kinderen met een lui oog hebben zelf nooit klachten, omdat zij kijken met het goede oog. Zij zijn zich meestal niet bewust dat ze minder goed zien. Als er geen sprake is van duidelijk scheelzien merken anderen vaak niet dat er sprake is van amblyopie.

Als een lui oog op jonge leeftijd niet wordt behalend, zal op latere leeftijd de verminderde gezichtsscherpte blijvend zijn.

Onderzoek

Op het consultatiebureau worden de ogen volgens een vast onderzoeksprogramma nagekeken. Wanneer het consultatiebureau twijfelt aan de stand van de ogen of aan de kwaliteit van het zien sturen zij het kind door naar de oogarts of de orthoptist. De orthoptist kan al bij jonge kinderen onderzoek doen naar de stand en de samenwerking van de ogen. Ook wordt de gezichtsscherpte, indien mogelijk, oog voor oog bepaald. De ogen worden gedruppeld om de oogsterkte te bepalen. Ook wordt er gekeken naar de gezondheid van de ogen.

Deze onderzoeken zijn nodig om te bepalen of er inderdaad sprake is van een lui oog, wat de gevolgen zijn en welke behandeling nodig is. Het beloop en de prognose voor kinderen met een lui oog hangt af van de leeftijd waarop de diagnose wordt gesteld. Hoe vroeger dit wordt ontdekt, hoe beter het luie oog te behandelen is. Als een lui oog op latere leeftijd wordt ontdekt, is er niks meer aan te doen. Volwassenen met een lui oog hebben blijvend verminderde gezichtsscherpte.

Behandeling

Per patiënt verschilt de behandeling van amblyopie. Eerst wordt gekeken naar eventuele brilsterkte afwijkingen of de aanwezigheid van oogziekten. Het is namelijk belangrijk eerst de oorzaak van het luie oog te achterhalen en weg te nemen. De brilsterkte moet worden gecorrigeerd en de oogziekte moet worden behandeld. Daarna wordt de mate van het luie oog bepaald en behandeld.

Occlusie

Om een lui oog te trainen moet een kind worden gedwongen dit luie oog te gebruiken. In het algemeen wordt dit bereikt door het goede oog af te dekken (occluderen) gedurende een aantal uren per dag en gedurende een bepaalde periode die weken tot maanden kan bedragen. In het algemeen geldt dat naarmate het kind ouder is en de gezichtsscherpte lager, de occlusie gedurende een langere tijd en een groot deel van de dag noodzakelijk is om een goed effect te bereiken.

Bril

Het is belangrijk eerst de oorzaak van het luie oog te achterhalen en weg te nemen. Dan pas kan het luie oog getraind worden door middel van het afdekken van het goede oog. Als het luie oog een sterkteafwijking heeft, waardoor scheelzien ontstaat, is het belangrijk eerst de juiste brilsterkte aan te meten. Zodra de bril de juiste sterkte corrigeert, kan men starten met het afplakken van het goede oog, zodat het luie oog met een goede correctie kan gaan leren kijken.

Oogdruppels

Een alternatief voor het afplakken is het gebruik van pupilverwijdende oogdruppels. Deze druppels worden toegediend in het goede oog, waardoor dat oog slecht gaat zien. Hierbij moet rekening gehouden worden met de mate van de amblyopie. Het slechte oog moet hiervoor namelijk minimaal 50% zien.

Voor een succesvolle amblyopiebehandeling zijn de ouders of verzorgers het allerbelangrijkst. Zij moeten ervoor zorgen dat een kind de pleister (ver)draagt en dat dit ook lang genoeg wordt volgehouden. De oogarts en de orthoptist zullen de ouders hierbij zo goed mogelijk ondersteunen.

In bepaalde gevallen is een kind te oud om nog aan een amblyopiebehandeling te beginnen. In het algemeen wordt aangenomen dat na de leeftijd van ongeveer 10 jaar behandeling van amblyopie niet meer succesvol zal zijn.

Cookies op Eyescan
Wij en derden gebruiken cookies op onze website. We gebruiken cookies voor statistische, voorkeur en marketing doeleinden. Google Analytics cookies zijn geanonimiseerd. Je kan je voorkeuren wijzigen door op ‘Verander opties’ te klikken. Door op ‘Accepteren’ te klikken accepteer je het gebruik van alle cookies zoals beschreven in ons privacy-statement.
Necessary
Necessary cookies help make a website usable by enabling basic functions like page navigation and access to secure areas of the website. The website cannot function properly without these cookies.
Preferences
Preference cookies enable a website to remember information that changes the way the website behaves or looks, like your preferred language or the region that you are in.
Statistics
Statistic cookies help website owners to understand how visitors interact with websites by collecting and reporting information anonymously.
Marketing
Marketing cookies are used to track visitors across websites. The intention is to display ads that are relevant and engaging for the individual user and thereby more valuable for publishers and third party advertisers.