Niet volledig de kleuren kunnen waarnemen

Kleurenblindheid (kleurenzien stoornis)

Kleurenzienstoornissen, kleurenblindheid of ook wel daltonisme genoemd. Met deze oogaandoening kan men niet volledig normaal de kleuren waarnemen.

Klachten bij kleurenzien stoornis

Vrijwel alle mensen met kleurenzienstoornissen hebben een normale gezichtsscherpte en zijn niet lichtschuw. Zij kunnen alleen bepaalde kleuren (meestal rood en groen) niet goed van elkaar onderscheiden.

Risicofactoren

De genetische informatie die tot kleurenblindheid leidt wordt van moeder op zoon overgedragen. Omdat vrouwen doorgaans genen bezitten die de afwijking tegengaan, komt de aandoening zelden bij vrouwen voor. Ongeveer 1 op de 12 jongens wordt geboren met enige mate van kleurenblindheid. Dit leidt meestal tot moeite met het juist waarnemen van rood en groen. Het gen dat de afwijking veroorzaakt bepaalt ook of deze mild, matig of ernstig is. De mate van ernst blijft het hele leven gelijk. Meestal ziet iemand met een erfelijke vorm van kleurenblindheid verder normaal.

Onderzoek

Voor het onderzoek van het kleurenzien zijn er speciale testen ontwikkeld. Voor het bepalen van kleurenzienstoornissen zal de persoon wel een zekere leeftijd bereikt moeten hebben.

Behandeling

Er bestaat geen behandeling van een gestoord kleurenzicht. Het blijft levenslang onveranderd. Wel gebruiken de meeste kleurziengestoorden eenvoudige en praktische middeltjes zoals het nummeren van kleuren, de kleurnaam aanbrengen op kleurpotloden en stiften.